Geen achterstand meer in huisvesting vergunninghouders

In de maand juni zijn 2.574 vluchtelingen met een verblijfsvergunning (vergunninghouders) in Nederlandse gemeenten gehuisvest. Hiermee is er een eind gekomen aan de halfjaarlijkse taakstellingsperiode die liep van januari tot en met juni 2017. In deze periode zijn zo’n 19.000 vergunninghouders gehuisvest. Dit betekent dat voor het eerst sinds jaren er geen achterstand meer is in de huisvesting van vergunninghouders. Een unieke situatie.

Einde Platform Opnieuw Thuis

Op 16 juli a.s. stopt het Platform Opnieuw Thuis na 2,5 jaar met het ondersteunen van gemeenten en woningcorporaties bij het huisvesten van vergunninghouders. De asielinstroom is gedaald en de huisvestingsachterstand is ingelopen. Gemeenten, corporaties en andere betrokkenen hebben zich daar de afgelopen tijd flink voor ingezet. Tegelijk begint nu de volgende grote opgave: er voor zorgen dat vergunninghouders ook daadwerkelijk mee gaan doen in de Nederlandse samenleving.

Op het vlak van huisvesting van vergunninghouders is de afgelopen 2,5 jaar veel geleerd. Ook hoe we in de toekomst voorkomen dat er weer een situatie ontstaat van het met grote spoed huisvesten van grote aantallen vergunninghouders. Toch is er reden de handen ineen te blijven slaan voor alle mensen die snel woonruimte nodig hebben, de zogeheten spoedzoekers.

Inzetten op woonruimte voor de spoedzoeker

Een stijgend aantal spoedzoekers heeft net als vluchtelingen met een verblijfsvergunning snel een woning nodig. Het gaat om mensen die wachten op een volgende koopwoning, die in scheiding liggen, die te maken hebben met huiselijk geweld, zzp’ers met een tijdelijke baan of starters die op zichzelf willen gaan wonen. Naar schatting 10% van de Nederlandse bevolking is op zoek naar snel toegankelijke en betaalbare tijdelijke woonruimte. De reguliere woningmarkt kan hier onvoldoende in voorzien. Een flexibel segment, als aanvulling op het bestaande aanbod huur- en koopwoningen, zou voor de vele spoedzoekers uitkomst bieden. Platform Opnieuw Thuis, VNG, Aedes en de G32 roepen in een manifest het Rijk, de gemeenten en de corporaties op om samen werk te maken van zo’n nieuw segment van tijdelijke woningen voor iedereen die snel op zoek is naar woonruimte.

Taakstelling huisvesting 2e helft 2017

Het tweede halfjaar van 2017 moeten gemeenten 10.000 vergunninghouders huisvesten. De komende periode zal nog steeds een belangrijk deel van de te huisvesten vergunninghouders bestaan uit na-reizigers. De behoefte aan woningen voor gezinnen zal dus groter zijn dan die voor alleenstaanden. De komst van na-reizigers zorgt voor uitstroom van de 5.500 vergunninghouders die nog in de opvang verblijven.

De provincies Noord-Holland en Utrecht lopen landelijk gezien nog achter met het realiseren van de taakstelling. Zij hebben ook de komende periode nog een forse huisvestingsopgave. De provincies die voorop lopen met de realisatie van de taakstelling, zoals Gelderland, Friesland en Drenthe, moeten dit zien vast te houden en de opgedane kennis structureel borgen in de werkprocessen.

Het landelijke beleid om een urgentiestatus toe te kennen aan vergunninghouders is per 1 juli jl. komen te vervallen. Het is nu aan gemeenten zelf of ze vergunninghouders met of zonder voorrang aan woonruimte helpen. Hoe dit in de praktijk zal uitwerken op de huisvesting van vergunninghouders moet de komende tijd blijken.

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Beleid, Facts en figures, Vluchtelingen