Migrantenmonitor 2011-2012, CBS

De migrantenmonitor 2011-2012 van het CBS biedt opnieuw nuttige informatie over het aantal geregistreerde EU-migranten dat in Nederland woont en/of werkt. Het groeiende aantal migranten benadrukt de noodzaak van de voortgang van het ingezette beleid in het kader van het project EU-arbeidsmigratie om migratie in goede banen te leiden.

Kamerbrief WRR, Migrantenmonitor 2011-2012, EU-arbeidsmigratie onderwerpen
Tabellenset en Dashboards Migrantenmonitor 2011-2012

Achtergrond van het onderzoek

De migrantenmonitor geeft inzicht in het aantal migranten dat in Nederland woont of werkt uit lidstaten van de Europese Unie (EU) exclusief Nederland (EU-26 ) en kandidaat-lidstaten van de EU. Net als de vorige migrantenmonitor, laat de migrantenmonitor 2011-2012 zien of deze migranten hier werken, studeren en/of een werkende partner hebben. Anders dan de vorige migrantenmonitor, biedt de migrantenmonitor 2011-2012 daarnaast inzicht in het aantal personen uit de EU-26 en kandidaat-lidstaten dat een uitkering ontvangt vanuit Nederland en hoeveel van deze personen in het buitenland wonen (exportuitkeringen).

Het CBS heeft gekeken naar personen die volgens de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) geboren zijn in een andere EU-lidstaat en van wie ook minimaal één ouder in het buitenland geboren is. In aanvulling hierop heeft het CBS gekeken naar werknemers die niet bij een gemeente ingeschreven staan, maar volgens de polisadministratie van het UWV wel een nationaliteit van een andere EU-lidstaat hebben. De resultaten uit dit onderzoek geven een ondergrens aan van het aantal mensen uit de EU-lidstaten dat in Nederland woont of werkt. Ze zijn hier immers geregistreerd. In het onderzoek wordt een onderscheid gemaakt naar herkomstgebied. Er worden gegevens gepresenteerd over alle andere EU-lidstaten exclusief Nederland (EU-26), de nieuwe lidstaten uit Midden- en Oost-Europa (EU-10) en de kandidaat-lidstaten.

Met name het aantal migranten uit de EU-10 stijgt

Uit figuur 1 wordt duidelijk dat het totaal aantal migranten uit EU-landen stijgt. In het eerste kwartaal van 2011 waren in totaal 565.020 personen uit een van de 26 andere EU-lidstaten in Nederland geregistreerd in de GBA of de polisadministratie. In het vierde kwartaal van 2012 waren dat er in totaal 599.450. Dat betekent een toename van 34.430 personen in 2 jaar tijd. Deze toename is vooral toe te schrijven aan een stijging van het aantal geregistreerde migranten uit de EU-10. Deze groep groeide namelijk van 216.100 in het eerste kwartaal van 2011 tot 247.660 in het vierde kwartaal van 2012: een toename van 31.560 personen.

Polen vormen de grootste groep

De meeste migranten uit de EU-26 komen uit Polen (29% in het laatste kwartaal van 2012). Daarna volgen Duitsland (22%), België (9%) en het Verenigd Koninkrijk (8%). Deze percentages zijn niet of nauwelijks veranderd ten opzichte van de vorige migrantenmonitor.

Bulgaren en Roemenen

Het aantal geregistreerde Bulgaren nam toe van 15.770 in het eerste kwartaal van 2011 tot 18.270 in het laatste kwartaal van 2012 (een toename van 16%). Het aantal geregistreerde Roemenen steeg in deze periode met 6% van 13.460 naar 14.320.

Immigratie vanuit Zuid-Europa

Gezien de huidige economische situatie in Griekenland, Italië, Portugal en Spanje is de kans aanwezig dat ook uit deze landen meer mensen naar Nederland komen. Het totaal aantal mensen afkomstig uit Griekenland, Italië, Portugal en Spanje gevestigd in Nederland nam tussen het eerste kwartaal van 2011 en het laatste kwartaal van 2012 toe met 11% van 68.980 naar 76.360. De stijging van het aantal Zuid-Europeanen is doorlopend: het aantal neemt elk kwartaal toe. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het aantal Polen dat in dezelfde periode eveneens is gestegen, maar in het derde kwartaal van 2012 hoger was dan in het vierde kwartaal van 2012. Dit zou erop kunnen wijzen dat Zuid-Europeanen minder seizoensarbeid verrichten.

Het grootste gedeelte van de migranten uit de EU-10 en EU-26 werkt

In het onderzoek is door middel van een aantal bronnen onderzocht of migranten in Nederland werken, studeren, een uitkering ontvangen of zonder uitkering in Nederland verblijven. In het laatste kwartaal van 2012 was 61% van de migranten uit de EU-26 werkend. Voor de EU-10 ligt dit percentage hoger: 74% van de migranten uit de EU-10 had in het laatste kwartaal van 2012 werk.

Zoals blijkt uit figuur 2, fluctueert het percentage personen met een baan door de jaren heen enigszins, maar is er geen sprake van een dalende of stijgende trend. De migranten zonder baan zijn schoolgaand/studerend, uitkeringsgerechtigd (AO, WW en bijstand), ouder dan 65 jaar, of hebben een werkende partner.

Uitkeringsgebruik door migranten

Het totale aantal AO-uitkeringen (WAO, WIA, Wajong en WAZ), WW-uitkeringen en Bijstandsuitkeringen aan personen afkomstig uit een andere EU-lidstaat (EU-26) is het afgelopen jaar toegenomen. Het gaat ultimo 2012 om 39.730 uitkeringen (ultimo 2011 om 32.990). Deze stijging kan met name toegeschreven worden aan een stijging van het aantal WW-uitkeringen. Figuur 3 op pagina 6 geeft voor deze uitkeringsregelingen een vergelijking over de jaren 2007-2012 weer.

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Arbeidsmigratie, Facts en figures