Opinie Floris Alkemade: ‘Alles is veranderd behalve onze woonwijken, een nieuwe flexibele woningvoorraad is nodig’

“Veranderingen in de zorg, demografische ontwikkelingen en nieuwe woonwijken hebben geleid tot nieuwe ruimtelijke opgaven in onze woonwijken. Dit vraagt om radicale oplossingen. Een stad die goed is ingericht voor senioren en kwetsbaren is een goede stad is voor iedereen,” vindt Rijksbouwmeester Floris Alkemade. Daarbij hoort een flexibele woningvoorraad die is toegerust op de woonbehoeften van nu.

Floris AlkemadeDoor : Floris Alkemade, Rijksbowmeester

“Veel is gebouwd tijdens de wederopbouw. In deze na-oorlogse wijken en gebouwen is uitgegaan van de maatschappijvisie van die tijd: grote gezinnen, een welvaartsstaat, het idee van een maakbare maatschappij, en een heel sterke voorzieningenstructuur, dankzij de verzorgingsstaat. Met daarbij als vanzelfsprekend de gezinswoning.  Sinds die wederopbouw hebben we echter een groot aantal maatschappelijke veranderingen doorgemaakt. De productiemaatschappij werd een consumptiemaatschappij. We kregen te maken met digitalisering, die op haar beurt globalisering bracht. Dit heeft effect op hoe we wonen en wat voor woningen en wijken we nodig hebben. Toegesneden op de woonbehoeften van nu: van studenten, van alleenstaanden en ook van gezinnen.

Een totaal andere maatschappij is ontstaan

Op allerlei terreinen zien we vandaag dat we zaken anders moeten aanpakken. We wonen in een welvarend land, maar er zijn woonwijken waar de levensverwachting van de bewoners een flink aantal jaren onder het gemiddelde ligt. Zeker als je kijkt naar het aantal gezonde levensjaren. Dat is iets waar we ons als ontwerpwereld en als zorgwereld flink zorgen over moeten maken. Net als over de vereenzaming die in onze woonwijken optreedt. Ook hier zijn vanzelfsprekendheden weggevallen, zoals sterke familiebanden en het verenigingsleven.

Onze woonwensen zijn ingrijpend veranderd. Demografisch gezien, krijgen we de komende decennia een oververtegenwoordiging van 65 plussers en alleenstaanden. Onze steden zijn in. Met name jongeren melden zich als nieuwkomers met weer geheel andere woonwensen dan het standaardgezin. Voor deze groep zijn flexibele, goedkopere woningen een uitkomst. Door meerdere initiatieven werk ik aan het thema van een meer flexibele woningmarkt zoals mijn bijdrage aan de ontwerpwedstrijd Tiny Housing van de gemeente Almere, het initiëren van prijsvragen zoals A Home Away from Home en de prijsvraag Who Cares over zorg en de noodzaak om naoorlogse woonwijken te transformeren.

Hoe doen we dat? De vorige generatie ontwerpers hield zich bezig met het uitbreiden van de steden. Nu is het tijd om na te denken over de transformatie van wat we hebben. Dat is een andere manier van denken, andere manier van kijken. Ook een manier van werken die interessant is, omdat je niet uitgaat van een blanco vel. Tegelijkertijd is er de behoefte van studenten, alleenstaanden en ook vluchtelingen naar meer flexibele, goedkopere woningen, woningen inzetbaar voor meerdere doelgroepen.

Samen met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) nam ik daarom het initiatief voor de prijsvraag ‘A Home away from Home’. De kern van de prijsvraag was het ontwikkelen van huisvestingsoplossingen waarmee COA beter kan inspelen op de onvoorspelbare instroom en die tegelijkertijd een tijdelijk, veilig, sober, sociaal en goed passend thuis kan bieden aan asielzoekers. Daarnaast was dit voor mij een motief om een impuls te geven aan de vernieuwing van de markt van flexibele huisvesting. In eerste instantie moesten de inzendingen gericht zijn op de huisvesting van asielzoekers, maar in het verlengde daarvan mogelijk ook voor andere doelgroepen. Met het aanbod van ontwerpen wilde ik de markt vergroten voor flexibelere woningen en het bestaand aanbod van containerwoningen verbeteren.

De opdracht om de wijken te transformeren zie ik in het licht van één metafoor. Het is een Japanse techniek om gebroken keramiek te repareren, maar onzichtbaar door juist de reparatie als een eigen kwaliteit in te zetten. ‘Repair with gold’. Toevoegingen die een kwaliteitsverbetering teweeg brengen zonder dat je die hele wijk wegveegt. Dat is wat wij van ontwerpers verwachten als zij met de woonwijken aan de slag gaan. Met elan, met durf om te innoveren en in te spelen op de nieuwe woonbehoefte, naar een flexibele woningmarkt.”

Floris Alkemade is sinds 1 september 2015 Rijksbouwmeester. Hij is architect, stedenbouwer en directeur van FAA en FAA/XDGA. Hij richtte in 2008 zijn eigen bureau FAA (Floris Alkemade Architect) op, na achttien jaar gewerkt te hebben voor OMA (vanaf 2001 als partner). Alkemade is sinds 2004 gastprofessor aan de universiteit van Gent en sinds oktober 2014 lector Architectuur aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. In zijn functie van Rijksbouwmeester wil hij met het initiëren van prijsvragen ontwerpkracht en innovatie mobiliseren voor maatschappelijke opgaven. In 2015 organiseerde hij samen met het Centraal Orgaan Asielzoekers de eerste ontwerpprijsvraag: A Home away from Home, gericht op nieuwe ideeën voor de huisvesting van vluchtelingen.

Zie ook andere columns op deze website:

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Doelgroepen flexwonen