De verplaatsbare woning is in opkomst. Gemeenten, corporaties en bouwers zien kansen om circulairder te bouwen met die woningen. Dat is de belangrijkste conclusie van het congres ‘Circulair bouwen met verplaatsbare woningen’ dat Watkostdebouwvaneenhuurwoning en het Expertisecentrum Flexwonen afgelopen donderdag 15 maart organiseerden. Zij deden dat samen met drie grote producenten van verplaatsbare woningen, Finch van De Groot Vroomshoop Bouwsystemen, Heijmans ONE van Heijmans en NEZZT van De Meeuw.
Mede aanleiding voor het congres vormde het advies dat de organiserende partijen in december formuleerden ten behoeve van de Transitieagenda Bouw, onderdeel van het Rijksbrede programma Nederland Circulair 2050. Tijdens het uitverkochte congres met vertegenwoordigers van bouwers, corporaties en gemeenten kwam naar voren dat verplaatsbare woningen in opkomst zijn door de groeiende vraag naar kleine, flexibele en kwalitatief goede huisvesting. Bovendien presteren zij nú al beter dan reguliere nieuwbouwwoningen als het gaat om circulariteit. Ook bleek dat de businesscase geen knelpunt is voor verschillende corporaties in de zaal.
Een verplaatsbare woning kan net zo lang worden geëxploiteerd als een traditioneel gebouwde woning, maar kan als dat nodig is ook opnieuw worden ingezet op een andere locatie. Dat is in feite de hoogste vorm van hergebruik en maakt de woning in hoge mate circulair. In 2017 werden ruim 1.200 verplaatsbare woningen gebouwd: 6% van de totale productie van sociale huurwoningen. Het merendeel daarvan is verhuurd aan spoedzoekers: statushouders, gescheiden mensen en starters maar die doelgroep is in ontwikkeling, volgens Wim Reedijk van Expertisecentrum Flexwonen: “Anno 2018 zijn circulaire, verplaatsbare woningen qua comfort en kwaliteit een volwaardig alternatief voor reguliere woningen en daarmee interessant voor een brede doelgroep. Ook al zal de behoefte aan huisvesting voor statushouders afnemen, de vraag naar kleine en betaalbare woningen blijft groot.”
Investeren in verplaatsbare woningen
Bij bouwers, maar ook opdrachtgevers, financiers en gemeenten groeit de interesse om te investeren in verplaatsbare woningen omdat de woningen de flexibiliteit bieden die aansluit bij het woningbeleid van veel steden maar ook uit het perspectief van duurzaamheid. “Daarnaast kan flexibel wonen de oplossing zijn voor de oververhitte woningmarkt,” aldus René de Heer, wethouder in Zwolle: “Bij goede scenarioplanning hoort schaalbaarheid, en dat is wat verplaatsbare woningen bieden.”
Rekening houden met meerdere exploitatietermijnen
De businesscase van circulaire verplaatsbare woningen is een stuk aantrekkelijker als de tweede en derde exploitatietermijn van de woning worden meegerekend. Dat kwam ook naar voren bij het project Sciencepark van Rochdale. “De hoge kwaliteit, in combinatie met de gegarandeerde terugkoopprijs, gaf voor ons de doorslag bij de aanbesteding,” aldus projectleider Arnaud Lykles.
Andere corporaties in de zaal, waaronder Wonen Limburg en Delta Wonen, rekenen met een tweede en zelfs derde exploitatietermijn. De kwaliteit staat dit toe en het maakt de businesscase interessant.
Volgende stap: bouwen met restmaterialen
In de traditionele bouw wordt slechts 3% van de materialen hoogwaardig hergebruikt. Met de opkomst van de circulaire verplaatsbare woning kan een significant deel van het beslag op hulpbronnen worden gereduceerd. De volgende stap voor bouwers van verplaatsbare woningen is om deze te bouwen met restmaterialen van traditioneel gebouwde woningen. Dat draagt bij aan de betaalbaarheid van de woningen maar is vooral een volgende stap op weg naar 100% circulariteit.
Hier vind u: