Een kleine vijftig deelnemers, voornamelijk bestuurders van provincie, regio, gemeenten, woningcorporaties en recreatieparken stapten 29 januari op de bus, om zich met eigen ogen en oren een beeld te vormen van de huidige situatie op de vele recreatieparken in het buitengebied van Putten. Deze parken worden voor een substantieel deel bewoond en gebruikt door andere doelgroepen dan recreanten, zoals arbeidsmigranten. Dit gebruik leidt tot tal van onwenselijke situaties. De excursie vormde de opmaat voor een inhoudelijke gedachtewisseling in de middag.
presentatie proefproject ‘Accomoderen behoefte arbeidskrachten’
In de bus gaven verschillende bestuurders een presentatie van de stand van zaken en hun visie op het vraagstuk. Burgemeester Lambooij van Putten ging daarbij onder meer in op de onlangs gehouden handhavingsactie in zijn gemeente. Hij gaf aan geschrokken te zijn van ‘verschrikkelijke, mensonterende en gevaarlijke situaties’. Het signaal is duidelijk: het is de gemeente ernst om te komen tot omvorming van niet goed functionerende parken’.
Van den Bosch, wethouder Ermelo en lid van de stuurgroep Vitale Vakantieparken, gaf aan zich sterk te willen maken om de Veluwe weer op de eerste plaats te krijgen wat betreft het aantal toeristische overnachtingen in Nederland. Zowel Van den Bosch als wethouder Kleijer van Putten erkenden dat de revitalisering van recreatieparken niet kan zonder oog te hebben voor het huisvestingsvraagstuk van zowel arbeidsmigranten als de eigen bevolking. Een van de ideeën is om op een aantal parken de huisvesting van arbeidsmigranten onder strikte voorwaarden tijdelijk toe te staan om vervolgens na een periode van 5-10 jaar de recreatieve bestemming eraf te halen. Gedeputeerde van Dijk van de provincie Gelderland ging onder meer in op zowel het kwantitatief overschot als het kwaliteitstekort van de recreatieparken. Daarnaast stipte Van Dijk het lastige vraagstuk van de schrijnende sociale gevallen aan.
De middagsessie stond in het teken van een gezamenlijke verkenning naar mogelijke oplossingen. Gespreksleider Anne Jo Visser van Platform 31 nodigde de deelnemers uit om vooral ook ‘buiten de lijntjes te kleuren’. Voorafgaand aan de discussie gaven twee wetenschappers hun visie. Erwin van der Krabbe (Radboud Universiteit) en Herman de Wolff (TU-Delft). De wetenschappers zoomden vooral in op de vraag hoe enerzijds de vakantieparken kunnen worden gerevitaliseerd en anderzijds ingespeeld kan worden op de huisvestingsvraag van arbeidsmigranten.
Van der Krabbe en De Wolff zochten naar de mogelijkheid van een middel tot ‘verevening’. Dat is mogelijk als er op bepaalde plekken een zekere verdiencapaciteit is. Door die planologisch te koppelen aan plekken waar juist een onrendabele investering moet plaatsvinden, kan een vereveningsstrategie vorm krijgen. Zo zou de economische potentie van de huisvestingsvraag voor arbeidsmigranten kunnen worden gekoppeld aan de opgave om de vakantieparken te upgraden en het aanbod terug te brengen.
In de daarop volgende discussie werden de verschillende kanten van een mogelijke vereveningsstrategie tegen het licht gehouden. De heer Lambooij ging daarbij in op de complexiteit van de uitponding van een groot aantal parken. Een aanwezige ondernemer plaatste een kanttekening bij de strategie en vroeg aandacht voor de ruimtelijk inpassing. ‘Je wilt immers voorkomen dat naast een kansrijk park een huisvestingsvoorziening komt’.
Bert Post van de RECRON verwachtte een coöperatieve houding van zijn achterban en dat ondernemers bereid zijn mee te denken over een oplossing. Wim Reedijk van het Expertisecentrum Flexwonen voor Arbeidsmigranten waarschuwde dat een vereveningstrategie de exploitatie en daarmee de kwaliteit van de huisvesting onder druk kan zetten. Mevrouw Boeijen van woningstichting Putten zag o.a. door een beperking van het werkdomein van woningcorporaties en het maatschappelijk draagvlak een beperkte rol voor zichzelf weggelegd.
Daarnaast werd in de discussie stil gestaan bij het regionaal karakter van een gewenste aanpak. Er zijn immers gemeenteraden in acht verschillende gemeenten die anders naar het fenomeen kijken. Mevrouw Vossenaar, ministerie van BZK gaf aan dat de oplossing van onderop moet komen door de bevolking en daarmee de gemeenteraden mee te nemen. Van den Bosch suggereerde dat een structuurvisie recreatie de discussie in de regio mogelijk naar een hoger plan kan tillen.