Leegstaand vastgoed en flexwonen: een kansrijk huwelijk

logo-bzk Er zijn steeds meer groepen in de samenleving, zoals arbeidsmigranten, die vormen van snel toegankelijke huisvesting nodig hebben. Aan de andere kant neemt het aanbod leegstaand vastgoed toe. Zijn er kansen deze ontwikkelingen slim aan elkaar te knopen? Ja, zo bleek uit de discussies tijdens een door het ministerie van BZK in samenwerking met verschillende experts georganiseerd seminar.

Verslag van het seminar en de workshops

Presentaties van:

Seminar Vormen van Flexwonen

6 maart 2014
Zo’n 60 deelnemers van voornamelijk gemeenten, werkgevers en huisvesters togen op 6 maart naar een van de monumentale gebouwen op het voormalig kazerneterrein in Ede voor het seminar ‘Vormen van Flexwonen’.

Behoefte aan flexwonen

seminar-vormen-van-flexwonen-1van2-6-maart-2014Projectleider EU-arbeidsmigranten Arianne van der Rijst van het ministerie van BZK trapte af. ”Werkend aan de Nationale Verklaring huisvesting arbeidsmigranten is naar voren gekomen dat er onder arbeidsmigranten een grote behoefte bestaat aan vormen van flexwonen. En die behoefte zien we bij veel meer groepen in de samenleving. Denk aan studenten, starters en gescheiden stellen, die eveneens zoeken naar vormen van snel toegankelijke huisvesting. Als ministerie proberen we de ontwikkeling daarvan te ondersteunen door onder meer aanpassing van de Woningwet, de Leegstandswet en de Crisis- en herstelwet. Maar ook door bijeenkomsten als deze te organiseren en met elkaar het gesprek aan te gaan en te zoeken naar oplossingen.”

Pilots

Anne Jo Visser van Platform 31 ging in op enkele resultaten van onderzoeken en pilots. ‘We hebben onderzocht welke projecten voor arbeidsmigranten met meer dan 50 bedden de eindstreep halen. De conclusie is treurig: ruim 40% haalt die eindstreep niet. En wat ons verraste: meer nieuwbouw haalt de eindstreep niet dan transformatieprojecten’.

Herbestemming

seminar-vormen-van-flexwonen-2van2-6-maart-2014Jean Baptiste Benraad, lid van het ExpertTeam kantoortransformatie voorzag een grote toekomst voor het herbestemmen van leegstaand vastgoed. ‘Je kunt vandaag stoppen met bouwen als je gebruikt wat er is’. Maar ook benadrukte Benraad dat de snelheid van hedendaagse ontwikkelingen haaks staan op de gangbare ideeën van ontwikkelaars en bouwers. ‘Het rekensommetje waarbij we gewend zijn te bouwen voor 50 jaar moest altijd kloppen. Maar dat is inmiddels achterhaald. De samenleving verandert zo snel dat je naar woonvormen toe moet waarbij je na 10-15 jaar je handen weer vrij hebt om eraan te sleutelen’.

Juridisch instrumentarium

Paula Kemp, advocaat bij Banning Advocaten, had voor haar toehoorders een duidelijke boodschap: ”Mijn doel is om mensen te laten zien dat als je het over vormen van flexwonen hebt,  je moet kijken naar een integrale benadering van het juridisch instrumentarium. Er wordt nog teveel vanuit òf het publiekrechtelijk òf het privaatrechtelijk kader gedacht. Die integrale benadering mis ik in de meeste gevallen.” Ook ging Kemp in op verschillende juridische valkuilen. ”Ik hoor heel vaak termen als short, mid of long stay. Maar dat zijn geen juridische termen. Qua huurcontracten kan ik daar niets mee. Zo’n woonvorm bestaat helemaal niet. Dus toets plannen ook aan de juridische werkelijkheid. Want de rechter kijkt er doorheen.”

Kansen door combineren

Nadat in een serie workshops dieper werd ingezoomd op aandachtspunten, randvoorwaarden en casuïstiek rondde gespreksleider Wim Reedijk, verbonden aan het Expertisecentrum Flexwonen Arbeidsmigranten de bijeenkomst af. ”Wat mij tijdens de bijeenkomst en workshops  opviel, was de  groeiende belangstelling voor het kijken naar mengvormen van huisvesting van flexwoners. Als je een combinatie weet te maken met meer doelgroepen dan alleen arbeidsmigranten, liggen er veel meer kansen. Het is niet alleen een interessant aspect in de financiering, maar uit de ervaringen komt ook terug dat combinatievormen in praktijk blijken te werken.”

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Arbeidsmigratie, Doelgroepen flexwonen