LTO en vakbonden eens over huisvesting arbeidsmigranten

LTO Nederland en de daarbij aangesloten vaktechnische organisaties in de Open Teelten en de vakbonden zijn het eens geworden over de exacte voorwaarden voor huisvesting van arbeidsmigranten. Als de werkgever aan deze voorwaarden voldoet biedt hij kwalitatief goede huisvesting aan en kunnen de kosten voor huisvesting tot maximaal 20% op de betaling van het Wettelijk Minimum Loon (WML) worden ingehouden.

Kwaliteitseisen

Deze voorwaarden worden vastgelegd in de CAO Open Teelten. “Je moet denken aan sanitair, brandveiligheid, gebruik van koelkast en kooktoestel, vierkante meters per persoon, het soort verblijf en de staat van onderhoud. Het zijn hele praktische punten waar de huisvesting aan moet voldoen”, aldus LTO-bestuurder Wim van den Boomen.  “Wat in het overleg met de vakbonden allereerst is bereikt, is dat we er met elkaar voor gezorgd hebben dat we kwaliteitseisen hebben geformuleerd waar de huisvesting vanuit goed werkgeverschap aan moet voldoen. Ten tweede hebben we een uitzonderingsmogelijkheid op de regelgeving ingevuld. We doelen op de regel dat sinds 1 januari 2017 in de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) is opgenomen dat de werkgever huisvestingskosten die hij voor arbeidsmigranten maakt, niet via de loonstrook mag inhouden op de betaling van het Wettelijk Minimumloon.”

Inhouding huisvestingskosten

Uitzondering is dat dit wel mag als er in de CAO duidelijke huisvestingsnormen zijn opgenomen en er een (geaccrediteerde) instelling is die deze normen mag inspecteren en na inspectie mag certificeren. We willen de regels zo snel mogelijk in laten gaan. Op korte termijn kan alleen nog niet alle huisvesting zijn geïnspecteerd en gecertificeerd. Samen met de vakbonden gaan we daarom op korte termijn met het ministerie van SZW in gesprek. “We verwachten dat we met de cao partijen voor de glastuinbouw en voor de productie gerichte dierhouderij ook overeenstemming zullen bereiken over vergelijkbare voorwaarden”, aldus Van den Boomen.

Op ons verzoek geeft Peter Baltus van Projecten LTO Noord als paritair projectleider van het huisvestingsproject nog de volgende toelichting op het persbericht:

Door het artikel in de CAO zullen werkgevers in de Open Teelten, die huisvesting aanbieden, er voor moeten zorgen dat de huisvesting aan de gestelde eisen voldoet. Zodra de cao Algemeen Verbindend is verklaard (AVV) is deze geldig voor alle ondernemers die onder de werkingssfeer van de cao Open Teelten vallen.

De eisen in de cao zijn gebaseerd op de normen die zijn afgesproken in de Nationale Verklaring huisvesting arbeidsmigranten, die mede door LTO Nederland en de werknemersorganisaties is ondertekend. De normen voor de Open Teelten zijn wel wat doorontwikkeld en hier en daar geconcretiseerd of verzwaard. Zo staat er in de genoemde cao dat de huisvesting moet voldoen aan de gemeentelijke eisen.

Certificering van de huisvesting is verplicht voor ondernemers die de kosten van de huisvesting willen inhouden op het Wettelijk Minimumloon van de werknemer. Die certificering kan gedaan worden door een Certificerende Instelling van SNF (op basis  van de eisen van SNF) of door een Certificerende Instelling van Global – GAP en MPS – GAP. Aan deze geaccrediteerde en veel gebruikte keurmerken wordt op korte termijn een module huisvesting toegevoegd. De ondernemer kan daarmee dus kiezen uit meerdere opties. De twee laatstgenoemde kijken bij de audit naar alle in de cao opgenomen eisen maar baseren hun (al dan niet) certificering op het voldoen van de huisvesting aan de eisen die de landelijke en gemeentelijke overheden stellen. Die kunnen afwijken van de cao eisen. Daarnaast dient de ondernemer een zogenaamde “eigenverklaring” te tekenen dat hij zich aan de cao houdt.

Voor meer informatie: Werkgeverslijn land- en tuinbouw

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Arbeidsmigratie, Beleid