Na een intensief traject ondertekenden vrijdag 27 juni vertegenwoordigers van gemeenten, werkgevers en huisvesters in Lisse een convenant met als doel: meer en betere huisvesting voor arbeidsmigranten in de regio Holland Rijnland. Jos Wienen, portefeuillehouder Ruimte van Holland Rijnland: ''Goede huisvesting is van groot belang voor zowel onze regionale economie als de leefbaarheid in wijken en buurten.''
Voorzitter van het ambassadeurteam Jan Uit den Boogaard hield de ongeveer vijftig aanwezigen voor dat een convenant een belangrijke mijlpaal is, maar niet genoeg: ”De uitvoering van het convenant zal de komende jaren van ons allen nog een stevige inzet vragen.” Uit den Boogaard benadrukte dat het ambassadeursteam ook in de uitvoeringsfase haar aanjaagrol wil blijven vervullen.
Jos Wienen ging onder meer in op de opgave om bestaande huisvesting te verbeteren en 4.250 plaatsen te creëren in de periode tot 2018. ”Wij gaan als gemeenten zorgvuldig aan de slag om plekken te vinden en de juiste faciliteiten aan te bieden. We verwachten dan van werkgevers en huisvesters dat ook zij hun verantwoordelijkheid nemen om passende voorzieningen te realiseren zodat arbeidsmigranten op fatsoenlijke wijze hun belangrijke bijdrage kunnen leveren aan onze regionale economie.”
Ook Piet van Bostelen, directeur van AB Flexkracht hield de deelnemers voor dat een convenant nog maar het begin is. ”In 2009 hebben we met elkaar ook een convenant getekend maar dat is in de kast beland.” Van Bostelen pleitte er voor in de komende fase goed met elkaar op te blijven trekken. ”Het is een gezamenlijk belang dat gemeenten op regionaal nivo zoveel mogelijk een uniform en werkbaar beleid hanteren.”
Inge Vossenaar, directeur Woon- en Leefomgeving van BZK complimenteerde de regio met de stappen, die in de regio zijn gezet. ”Ik ben ervan overtuigd dat u met uw handtekening onder het convenant ook tot concrete acties komt en dat de eerstvolgende voortgangsrapportage naar de Kamer (in oktober) weer positief kan zijn over de voortgang in deze regio. Wij zullen u in ieder geval vanuit het ministerie ook de komende tijd blijven ondersteunen en aanmoedigen.”