Onderzoek flexwonen voor zorgdoelgroepen

Wat kunnen we leren van tijdelijke woonvormen die als tussenstap dienen tussen intramuraal verblijven en zelfstandig wonen in de wijk? Wat is de meerwaarde van deze projecten voor cliënt-bewoners en zorgorganisaties? In het onderzoek ‘Flexwonen als opstap naar zelfstandig wonen’ tonen Platform31 en Expertisecentrum Flexwonen aan dat er de laatste jaren veel ervaring is opgedaan met de ontwikkeling, exploitatie en beheer van tijdelijke woonvormen voor kwetsbare doelgroepen. Bovendien laat het onderzoek zien dat tijdelijk wonen een brugfunctie kan vervullen voor cliënt-bewoners richting het (opnieuw) zelfstandig wonen.

download Flexwonen als opstap naar zelfstandig wonen>

In diverse gemeenten werken overheid, huisvesters en zorgpartijen samen om mensen met een psychische kwetsbaarheid of een verleden van dak- en thuisloosheid een tijdelijke woning te bieden als opstap naar zelfstandig wonen in de wijk. In het onderzoek zijn lessen opgetekend uit tien projecten waar deze zorgdoelgroepen worden gehuisvest. Het gaat hier om tijdelijke woonvormen waar een eigen stek wordt aangeboden, vaak gemengd met diverse andere, minder kwetsbare doelgroepen. Woonvormen waar zorg en begeleiding meestal dichtbij georganiseerd zijn en ook sociaal beheer aanwezig is om de leefbaarheid in en om het project op peil te houden.

Veilig en prettig wonen

In alle onderzochte projecten is het van belang dat iedereen veilig en prettig kan wonen. In alle casussen wordt daarom een vorm van selectie toegepast. Personen die in deze projecten willen wonen moeten nu of binnen een aantal jaar volledig zelfstandig kunnen wonen. Personen met langdurige zelfredzaamheidsbeperkingen worden daarom geweerd. Het gaat dan om mensen met acute psychische nood, met een actieve verslaving of met een stevig crimineel verleden. Naast selectie is intensief sociaal beheer in alle onderzochte projecten essentieel. De sociaal beheerder is direct betrokken bij de selectie van bewoners, activeert bewoners en bewaakt de leefregels van het project. Korte lijnen tussen beheerder en begeleidende zorgorganisaties zijn van belang om problemen bij cliënt-bewoners vroegtijdig te tackelen.

Meerwaarde voor cliënt-bewoners en zorgorganisaties

De onderzochte projecten dragen bij aan de zelfstandigheid van cliënt-bewoners. De rust van een eigen woning en sturing op ontmoeting en activering zijn hier belangrijke oorzaken van. Alle casussen bieden een ondersteuningsraamwerk bestaande uit sociaal beheerders en medebewoners. Op een dergelijk netwerk kunnen cliënt-bewoners leunen voor sociale ondersteuning, vermindering van de eenzaamheid en in mindere mate ook voor zorgondersteuning. Door van alle bewoners een verplichte inzet te vragen worden client-bewoners gemotiveerd om aan activiteiten mee te doen en medebewoners te ontmoeten. In projecten waar de begeleidende zorgorganisatie fysiek nabij is, kunnen cliënt-bewoners tevens laagdrempelig ondersteuning ontvangen wanneer zij dat nodig hebben.

De onderzochte flexprojecten lijken bij te dragen aan een duurzamere doorstroming vanuit intramurale instellingen doordat de kans op terugval wordt verminderd. Ook verlichten de projecten de acute druk op intramurale instellingen door de relatief snelle realisatie van deze projecten.

Springplank

De projecten laten zien dat tijdelijke woonprojecten een unieke rol kunnen vervullen op de woningmarkt. Zij bieden een breed palet aan doelgroepen niet alleen een tussenstap in de wooncarrière; in veel gevallen bieden zij bewoners daartoe een ‘springplank’. Een belangrijk aandachtspunt hierin is nog wel de overgang van flexwonen naar zelfstandig wonen in de wijk. Ondersteuning richting doorstroming is niet in alle projecten voldoende geborgd. Is begeleiding na verblijf in het flexproject mogelijk en is een vervolgstap op de lokale woningmarkt voorhanden? Goede afspraken tussen gemeente, zorgorganisaties en huisvesters maken dit mogelijk.

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Doelgroepen flexwonen