Frank van Gool wil dat de EU nog verder gaat in het tegengaan van oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. De Europese ministers van Sociale Zaken bereikten 23 oktober een akkoord over gelijke beloningen voor Europese werknemers die tijdelijk in een ander land aan de slag gaan en een halvering van de detacheringstermijn. Van Gool stelt dat deze beslissing niet ver genoeg gaat en wil dat Europa verdere maatregelen neemt om een definitief einde te maken aan de ongelijkheid in beloning op de arbeidsmarkt.
CEO OTTO Work Force, Frank van Gool
Ruim negentig procent van de arbeidsmigranten wordt al in Nederland verloond. Dit betekent dat ze hetzelfde salaris krijgen als de Nederlandse medewerkers en dat de sociale premies en belastingen in Nederland worden afgedragen. Hier vindt dus geen concurrentie plaats op arbeidsvoorwaarden. Op deze manier doet OTTO dit al sinds haar bestaan.
De beslissing die op 23 oktober is genomen gaat maar om de 10% van de arbeidsmigranten die vanuit het buitenland gedetacheerd worden en werken met een zogenaamde A1-verklaring. Met deze A1-verklaring worden premies in het land van herkomst afgedragen en ook wordt niet altijd het CAO loon van de werkgever in het werkland betaald. De af te dragen premies zijn in het land van herkomst vaak veel lager, wat eventueel financieel voordelig is voor een werkgever in het werkland. Daar komt nu dus een eind aan. Kortom: voor de 10% van de arbeidsmigranten die een A1-verklaring gebruiken is het een prima oplossing. Maar het probleem is veel minder groot dan wordt gepresenteerd.
Ik ben ook van mening dat het grote probleem zit in de termijn van detachering. Binnen de huidige regels kan een medewerker 24 maanden naar een ander EU-land gedetacheerd worden. Op 23 oktober werd er door de ministers besloten dit terug te brengen tot 12 maanden. Het is een prima oplossing voor de 10% arbeidsmigranten die daar op dit moment gebruik van maken. Maar het gaat wat mij betreft nog niet ver genoeg. Mijn voorkeur gaat uit naar een maximale detacheringsperiode van drie maanden. Alleen op deze manier kan de oneerlijke concurrentie op de Europese arbeidsmarkt volledig aangepakt worden.
Ik vind dat Europa moet samenwerken om ervoor te zorgen dat er overal gelijk loon komt voor gelijk werk. Wij moeten uitkijken dat we in Europa niet blijven concurreren op arbeidsvoorwaarden. Bij OTTO Work Force zijn wij daar heel stellig in. Wij concurreren niet op arbeidsvoorwaarden, bij ons gaat kwaliteit boven nationaliteit.
Zie ook andere columns op deze website
- ‘Permanente vraag naar tijdelijke wonen’, Door Dirk Jan van der Zeep, bestuursvoorzitter Portaal
- ‘Alles is veranderd behalve onze woonwijken, een nieuwe flexibele woningvoorraad is nodig’. Door Floris Alkemade, Rijksbowmeester
- Alles flex? Door Yasin Torunoglu, Wethouder van Wonen, Wijken en Burgerparticipatie, gemeente Eindhoven
- Internationale migratie en de noodzaak van een flexibele woningvoorraad. Door Godfried Engbersen, Hoogleraar sociologie EUR/lid WRR
- Flexwonen… we flexen wat af!. Door Jan Latten, Hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam, hoofddemograaf Centraal Bureau voor de Statistiek
- Arbeidsmigratie is natuurlijk voor Limburg. Door Patrick van der Broeck, gedeputeerde Provincie Limburg