Opinie Ronald Bakker: ‘Arbeidsmigranten verdienen geen NIMBY-houding’

Het lijstje wordt steeds langer. Aan vluchtelingen, windmolens en telefoonmasten lijkt nu ook de werknemer die hier tijdelijk bijspringt om het werk gedaan te krijgen - ook wel arbeidsmigrant genoemd-  toegevoegd te zijn aan het begrip NIMBY - Not In My Back Yard.

Ronald Bakker, wethouder Economie, werk en mobiliteit van de gemeente Waalwijk

 

De huisvesting van arbeidsmigranten wordt een nijpend probleem nu de voorraad onverkochte huizen snel aan het slinken is. Immers, mensen die het achterblijvende huis als een onverkoopbaar blok aan hun been voelden, maakten de afgelopen tien jaar dankbaar gebruik van de woningbehoefte van onze tijdelijke gasten. En dus ontstaat nu een situatie waarbij slimme ondernemers in woonwijken voor goud geld huizen opkopen en daarin een maximale hoeveelheid mensen tijdelijk huisvesten. Dit stuit vaak op weerstand van direct omwonenden. Vergelijkbaar met het effect van het AirBnB-concept dat in de grotere steden tot protesten leidt. Woonwijken worden steeds vaker geconfronteerd met woningen waarin een snel wisselende samenstelling van mensen gehuisvest wordt.

Dat de werkelijke problemen die dat geeft doorgaans veel kleiner zijn dan de te voren veronderstelde overlast, is eigenlijk niet eens van belang. Ook ingebeelde overlast wordt tenslotte ervaren als overlast.  Ook in de gemeente Waalwijk worstelen wij met deze materie. Daar waar beleid er eens op gericht was om de arbeidsmigranten zoveel mogelijk midden in onze samenleving te laten wonen, bleek als snel dat de begrippen beleid en acceptatie soms erg ver uiteen lopen.

In zo’n situatie is het dan handig om te onderzoeken wat de behoeften zijn van mensen die hier tijdelijk verblijven en op afzienbare termijn weer terugkeren naar hun thuisland. Inmiddels wordt hier de term ‘short-stayer’ (kortverblijver) voor gebruikt binnen de gemeente Waalwijk.

Omdat deze groep ook zelf aangeeft geen grote interesse te hebben in het integreren met de Nederlandse bevolking of het leren van de Nederlandse taal is het mijn inziens een veel betere oplossing om voor deze groep huisvesting te organiseren die kwalitatief hoogwaardig is en in de nabijheid van de werkplek ligt. Op het moment dat de overheid geen actie onderneemt wordt de huisvestingsproblematiek opgelost door de markt. Maar moeten we in Nederland blij zijn met het ‘ophokken’ van mensen in te grote hoeveelheden in te kleine woningen in wijken waar mensen dergelijke praktijken ook als een verstoring van de sociale samenhang in hun wijk ervaren? Mijn antwoord is een duidelijk ‘nee’. De lokale overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen en de problematiek aanpakken. Een goede, door ervaren marktpartijen georganiseerde huisvestingsvoorziening met faciliteiten en beheer, liefst in de buurt van de werkplek zodat woon- en werkverkeer beperkt is, lijkt een veel betere oplossing. Een oplossing die de overheid overigens weinig tot niets hoeft te kosten. Maar we moeten wel haast maken. Er wordt uiteindelijk al veel te lang gestaard naar een probleem dat zich niet vanzelf oplost.

Overigens dient, los van de huisvesting, ook de begeleiding van arbeidsmigranten een belangrijk aandachtspunt te zijn van verdere doorontwikkeling. Daar hebben mijn inziens ook de inhurende bedrijven een belangrijke rol te spelen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt namelijk meer in dan huisvesting alleen. Daar past geen afwerende NIMBY houding.

Zie ook bijgaand bericht: Waalwijkse campus voor arbeidsmigranten trekt landelijke aandacht: ‘zo voorkom je uitwassen’>

Zie ook andere columns op deze website

Datum:
Dossier:
Onderwerp:
Arbeidsmigratie