Vluchtelingen

Het grote aantal asielzoekers heeft Nederland en veel andere landen de afgelopen jaren opgeschrikt. Allereerst door de behoefte aan opvangvoorzieningen (AZC’s) waar de asielzoekers de behandeling van hun asielverzoek afwachten. Maar vervolgens ook door de vraag naar gewone huisvesting voor degenen die in ons land mogen blijven, de vergunninghouders. Gewone huisvesting, soms voor alleenstaanden, soms voor kleine of grote gezinnen, maar altijd snel beschikbaar en betaalbaar.


Gemeenten hebben de wettelijke taak om in die huisvesting te voorzien. In veel gemeenten kost het moeite om op tijd passende woonruimte beschikbaar te krijgen. Snelle doorstroom van vergunninghouders uit asielzoekerscentra naar woningen is van groot belang. Dat is goed voor vergunninghouders, zodat die zo snel mogelijk actief deel kunnen nemen aan de Nederlandse samenleving. Dit is ook nodig zodat het COA zich kan richten op haar kerntaak: de opvang van asielzoekers.

Verdringing voorkomen

Verreweg de meeste vergunninghouders worden in het betaalbare deel van de reguliere woningmarkt gehuisvest. De mogelijkheden daartoe verschillen per gemeente. Gemeenten met een gespannen woningmarkt hebben andere uitdagingen dan gemeenten in krimpgebieden. In veel gemeenten kan met de vrijkomende woningen een groot deel van de taakstelling worden gerealiseerd. Tegelijkertijd is het zaak dat het huisvesten van vergunninghouders niet leidt tot verdringing van andere  woningzoekenden in de sociale huursector. Er zijn immers ook andere urgent woningzoekenden. Gemeenten zoeken daarin een goede balans. Er is een breed scala aan opties en strategieën denkbaar.

Platform Opnieuw Thuis biedt u een overzicht in verschillende huisvestingsstrategieën die in de praktijk worden toegepast. Op diverse onderwerpen bieden handreikingen of factsheets nadere verdieping. Bij goede voorbeelden vindt u informatie over praktijkcases.

Aandachtsgroepen

Gezinsherenigers
Gezinsherenigers hebben aangegeven dat zij nadat zij een verblijfsvergunning hebben gekregen hun gezinsleden willen laten overkomen. Voor de huisvesting betekent dit dat eerst de alleenstaande (vaak mannelijke) vergunninghouder onderdak moet krijgen en dat pas na verloop van tijd een gezinswoning kan worden betrokken. Flexwonen dus.

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen
jonge alleenstaande asielzoekers krijgen opvang en huisvesting onder verantwoordelijkheid van voogdij instelling Nidos. Zodra zij echter 18 jaar worden staan zij op eigen benen. Hun huisvesting is vaak moeilijk te regelen, omdat zij een bijzonder laag inkomen hebben en nog niet altijd zonder een steuntje in de rug kunnen. Daarom zijn speciale arrangementen nodig, zoals Kamers met kansen.